woensdag 11 mei 2011

Bhandirvana de bosbrand, Krishna redt met Balarama de gopa's.

Op een dag, toen Krsna de koeien naar de weiden bracht met Zijn herders vrienden, de gopas en talloze koeien. Nam Hij ze mee naar Bhandiravana, een van de twaalf prominente bossen van Vrindavana in India. Ze gingen langzaam vooruit, door de koeien te laten grazen van het ene grasveldje naar het andere. Hij en zijn vrienden bereikte eindelijk Bhandirvana en begonnen te spelen. Balarama en Krishna en al hun vrienden, zoals Dhama, Sudama, Sridama, Vasudama, Lavanga, Stoka-Krsna en nog velen anderen gingen daar helemaal op in hun spel.



Hoewel Krishna de Allerhoogste Persoonlijkheid God is, waarvan de manifestatie van de manifestatie van de manifestatie deze wereld geschapen heeft, Heeft Krsna Zelf niets te maken met deze creatie. Hij wilde gewoon of wenste dat alles hier tot stand kwam. Hoewel Hij de Allerhoogste is, is Hij gewoon aan het spelen in Vrindavana. En het uitvoeren van Zijn favoriete hobby met de gopas (koeherder jongens) de koeien hoeden, omgaan met de gopi's (koeherders meisjes, vrouwen). En zijn moeder Yasoda, zijn vader Nanda, en de andere mannen.
Krishna was volledig geabsorbeerd, in het spelen met Balarama, Sridama, Subala, en alle andere vrienden. In feite waren ze zo in hun spel opgegaan dat de grazende koeien onbewaakt waren en er zelf op uit gingen.  Dat Krishna altijd zijn zintuigen gebruikt om de gopa's zijn trouwe toegewijden te zien, en hun gezichten waren altijd direct in zijn gedachten voor Hem..... Maar op deze bijzondere dag was het anders.
Terwijl de koeien graasden, merkten zij het mooie groene gras ver voor hen op. Aangetrokken door de geur van malser en meer geurend groen gras in de verte liepen zij daar naar toe! Voorbij aan alle andere veldjes met gras.

In de tussentijd, terwijl Krishna speelde met de koeherder jongens, hoorden ze de koeien luid loeien. Ze zagen niet meteen waar de koeien waren, de jongens werden ongerust en dachten. Voor deze koeien zijn wij verantwoordelijk. Hoe kunnen wij naar huis terug te gaan naar vader en moeder, zonder de koeien!  De koeien zijn hun enige bron van inkomen. De jongens begonnen meteen in paniek te raken en om zich heen te kijken in een opkomende wilde paniek. Tot zij deze (de paniek) gedeeltelijk te boven kwamen door het geroep om naar sporen uit te kijken. En zo gingen zij zonder Krishna en Balarama advies te vragen, te speuren waar de koeien gegraasd hadden en gelopen. En kwamen zij op deze manier weer bij de koeien terecht.

Er waren koeien: die niet waren bevallen van een kalf, en die al waren bevallen,  en zwarte koeien. De vrienden van Krishna bereikten al die koeien. Zowel de koeien en jongens voelden zich erg warm. En kregen een branderig gevoel. Op een en of andere manier was er een brand uitgebroken op de warme zomerdag! En in een ogenblik verspreidde het zich overal. Het lange, droge gras begon te branden met hoge vlammen. En in een moment brandde de hele weide, het vuur vloog gewoon overal heen..



Toen de jongens de dood op zich af zagen komen, riepen zijn in hun angst om dood te gaan. "O Baladeva! O Krishna! Jullie zijn zo krachtig. Redt ons. Kom, kom ons redden. We gaan sterven. "Zodra zij hun namen riepen oh Krishna en Balarama. Verschenen de twee broers in een keer daar voor hen. Krishna zei tegen hen: "Niet bang zijn, wees niet bang. Ik ben er. Doe jullie ogen dicht. Hij besloot dit aan de jongens te vertellen omdat het vuur zo dichtbij was.. Zodat zij niet zouden zien hoe Hij de vlammen gewoon naar binnen zoog . En Hem niet zien als het ware de brand op te eten en weer begonnen te jammeren. En Hij dan werd afgeleid door medelijden met hen. Dus Hij vertelde hen om hun ogen te sluiten, en vervolgens slokte Hij de hele bosbrand als het ware op . Een ogenblik later zei hij tegen hen: "Nu is alles voorbij. Jullie kunnen je ogen weer openen. "

Wat kregen de jongens te zien? Ze vonden zichzelf waar ze al eerder aan het spelen waren onder de schaduw van de Indische vijgenboom. Die speciale boom aan de oever van de Yamuna.  En de gemoedstemming werd weer lekker rustig. En het was daar lekker koel. Alle koeien waren weer vreedzaam aan het herkauwen. Ze waren allemaal al nagenoeg vergeten wat er gebeurd was. En vroegen zich af of ze allemaal hadden gedroomd.

Waarom heeft Krishna hen daar gevraad om hun ogen te sluiten? Hij herinnerde zich hoe hij klei had gegeten bij Brahmanda ghat. En hoe de jongens geklikt hadden bij zijn moeder! En zij hem had bevolen om haar te laten zien wat Hij in zijn mond had. Hij besloot om de jongens te vertellen dat zij hun ogen moesten sluiten. Zodat, zij Hem niet zouden kunnen zien eten van de brand en weer gaan klagen. Hij dacht ook dat de jongens zouden kunnen sterven van angst als ze hem de brand naar binnen zouden zien zuigen. Dus vertelde Hij hen om hun ogen te sluiten. En vervolgens slikte Hij de hele bosbrand in. Een ogenblik later zei hij tegen hen: "Nu is alles veilig. Jullie kunnen je ogen openen. "

Brahmanda khata, zo wordt het in Hindi weergegeven de a achteraan, naar de officiele spelling. Maar in Nederlands en Hindi en Sanskrit spreekt men dit uit als Khat schrijf Ghat een gedeelte van een rivier waar men baadt.Wat men in Nederland vaak doet is naar de Hindoestaanse uitspraak woorden opschrijven, foenetisch. In India is men in plusminus 1968 terug gegaan naar de oude en goede spelling. Voorbeeld Govinda Balarama en niet Balaram, of Veda dat uitgesproken wordt als weed, en ook vaak zonder A geschreven wordt, wat foutief is. Naar algemeen beschaafd Hindi, ik dacht aan ABN algemeen beschaafd Nederlands wat in het algemeen door Hindoestanen uitstekend gesproken, geschreven en geformuleerd wordt maar met eigen moedertaal is dit vaak niet zo.

dinsdag 10 mei 2011

Bhagavata Purana 11.26.19 in Englisch en Nederlands

Aan wie behoort dit lichaam toe?
Hoort het toe aan mijn ouders die het geschapen hebben.
Of behoort het toe aan mijn vrouw, die mijn levenspartner is.
Of is het brandstof voor het vuur, dat het uiteindelijk gaat verteren
, of is het voedsel voor de gieren en wolven.
Hoort het mij toe of mijn naasten en die mij dierbaar zijn.
Bhagavata Purana 11.26.19

Who does this body belong to? Does it belong to my parents who created it? Or does it belong to my wife who is my life partner? Is it fuel for the fire that is ultimately going to consume it, or is it food for vultures and wolves? Does it belong to me, or to my near and dear ones?"

- Bhagavata Purana 11.26.19

Zondags feest met viering Sri Nr Simha caturdasi

Feest herdenking hoe Nr Simha verscheen om zijn toegewijde Bhakta Prahlada te redden.

In het kort Prahlada zoon van Koning Hirayakasipor werd door deze gestraft en zelfs een keer in het vuur geworpen door zijn demonische vader! De jongen was vol met spreken over God en deed dit tot op de gurukula (school) aan toe. De leraren deden hierover hun beklag bij zijn vader. Hranyakasipor kwaad vroeg aan zijn zoon waar is jouw God, hij weigerde de naam van Narayana uit te spreken! Prahlade antwoorde overal, Hiranyakasipor riep dus ook in deze pilaar dreigend! En Prahlada zei ja vader, en Hiranyakasipor sloeg met zijn zwaard tegen de pilaar die met een enorm hard geluid uiteen spatte en een enorm gebrul weerklonk over de hele streek de half mens leeuw avatara sprong als het ware uit de pilaar en het gevecht begon.Meer zie de blog Prahlada maharaja klik hier
#bhakta #bhaktapiet(er)