- Dit verhaal is gebaseerd op het mosterdzaad in de mystiek, en mijn eigen ervaringen er bij verwerkt als super onkruid.
- Dit verhaal is een voorbeeld hoe je een geloof of mantra moet gebruiken, net als gereedschap goed onderhouden, en koesteren, vooral met respect, dan levert de mantra of geloof na jaren, goud op, spiritueel goud! Als een goed onderhouden akker. Dit verhaal is gebaseerd op de oude vertellingen over mosterd in de religie, en ik heb alleen de basis er van zie onder gebruik. Pieter Franciscus,
Mosterd in de Bijbel en de Koran
- In de Bijbel komt het mosterdzaadje voor in een gelijkenis van Jezus,
die de groei van het koninkrijk van de hemel vergelijkt met het
uitgroeien van het nietige mosterdzaadje tot een grote plant:
De gelijkenis van het mosterdzaadje, Evangelie volgens Matteüs hoofdstuk 13, verzen 31 en 32:
Hij hield hun een andere gelijkenis voor: ‘Het koninkrijk van de hemel lijkt op een zaadje van de mosterdplant dat iemand meenam en in zijn akker zaaide. Het is weliswaar het kleinste van alle zaden, maar het groeit uit tot de grootste onder de planten. Het wordt een struik, en de vogels van de hemel komen nestelen in de takken.’ [1]
In de Koran komt het mosterdzaadje ook voor.
Hoofdstuk 21 Al-Anbiya (De Profeten) Ayat 47:
"En Wij zullen voor de opstandingsdag de eerlijke weegschalen opstellen en niemand zal in iets onrecht worden aangedaan. Al gaat het om het gewicht van een mosterdzaadje, Wij zullen het brengen; Wij zijn als afrekenaar goed genoeg."
Hoofdstuk 16 Luqman:
"Mijn zoon, al gaat het om het gewicht van een mosterdzaadje en al was het in een rots of in de hemelen of op de aarde, God zal het brengen. God is welwillend en welingelicht.
Hoofdstuk az-Zalzalah
“Wie iets goeds doet ter grootte van een mosterdzaadje, zal het dan zien. En wie iets slechts doet ter grootte van een mosterdzaadje, zal het dan zien.”
Een Sadhu Prahlada genaamd kwam terug uit de Himalaya hij had daar gemediteerd bij de sadhu's en ashrams (kloosters). Na een tijd in de Himalaya te hebben doorgebracht en al de oude originele kennis van de sadhu's te hebben mogen ontvangen, om deze weer terug naar India te mogen brengen. Op de terug weg kwam hij in het westen van India een klein dorpje binnen, en mocht daar in een kleine maar nette hut overnachten. Vroeger had bijna elk dorp in India een gasten verblijf voor Sadhu's zoals Prahlada, die voorbij trokken. Een boertje kwam bij hem, en vroeg Pandit, svamiji geef mij de mantra, dit betekend in wezen geef mij de kennis, om mij los te kunnen maken van het materiële, en verlichting te krijgen. Hij keek de boer aan en vertelde hem dat hij niet zomaar de mantra aan iemand kon geven! De man keek hem zeer verdrietig aan, en de Sadhu Prahlada dacht even na, en gaf hem toen een mosterdzaadje in zijdepapier gewikkeld, en vertelde de boer, bewaar dit zaadje voor mij tot ik terug kom. De boer deed het zaadje thuis in een kistje in die weer in een kleien pot, voor alle zekerheid zodat er niets mee kon gebeuren. De Sadhu Prahlada was ondertussen al weer op pad gegaan. Onderweg naar zijn ashram (klooster) om al die transcendentale kennis van de Boeddha, daar te delen met zijn broeders. Hij werd overal gastvrij ontvangen op zijn tocht, hij kwam in een kleine landbouw gemeenschap aan, en vertelde daar s' avonds aan het vuur over zijn tocht, en verhalen over de wijze mannen en sadhu's. Hij kreeg te eten, en een mat en een klamboe en viel daar bij het vuur in slaap. Vroeg in de ochtend kwam er een man bij hem, die zich languit voor hem op de grond liet vallen, en riep Sadhu Prahlada, Sadhu Prahlada geef mij alstublieft de mantra. De Sadhu Prahlada antwoordde dat kan ik niet zomaar doen, maar de man drong verder aan. De Sadhu Prahlada dacht er even over na, en toen haalde hij (weer) een stukje zijdepapier tevoorschijn en deed daar een mosterdzaadje in en vertelde de man , bewaar dit zaadje voor mij., tot ik terug kom. De man knikte bevestigend, en zag de Sadhu Prahlada te voet langzaam in de verte verdwijnen, ondertussen dacht hij, als ik het zaadje bewaar wordt de kiemkracht misschien minder of het verstoft. Ik plant het in de grond en geef het water en verzorg het plantje goed. En zo gedacht zo ook gedaan, en het zaadje groeide uit tot een enorme mosterdplant. Hij oogstte er een handjevol zaad er van, en daarvan zaaide hij het meeste weer uit, het jaar ging voorbij , maar de Sadhu Prahlada keerde niet weer. En zo zaaide en oogstte hij terwijl de jaren voorbij gingen. En de man, zaaide en oogstte. En er begonnen overal mosterd planten in de streek te groeien. De streek zag er geel van al de mosterd planten bloemen in de zomer. En de man oogstte en vulde er zakken mee, en perste er zelfs olie uit, die hij verkocht. En de opbrengst bewaarde hij. En bij de volgende oogst, wisselde hij de opbrengst, koperen munten en een paar zilveren om naar gouden. En bewaarde deze in een kleien pot onder de grond. Toen na jaren de Sadhu Prahlada weer in de streek wederkeerde, ging hij eerst bij de boer langs. En vroeg deze om het zaadje, de man pakte de pot en haalde het kistje er uit, maar! Toen hij het opende lag er tot zijn verbazing, behalve wat stof niets meer in, alles was vergaan. En de Sadhu Prahlada ging weer verder. Toen hij op zijn tocht naar de andere man uitkeek, herkende hij de streek niet meer, overal was er een weelde aan groen, en bloemen, en de vogels nestelden, en zongen daar tussen in. Sadhu Prahlada, Sadhu Prahlada werd er geroepen, hij keek over zijn schouder, en daar kwam de man aan, rennend!, De man liet zich al van een afstand, op de grond vallen
om de Sadhu Prahlada te begroeten, en nam hem na deze begroeting mee, naar zijn nederige woning. De Sadhu Prahlada vroeg heb jij dat zaadje voor mij? De man keek hem aan, en vroeg wilt u alstublieft met mij mee lopen, en zij liepen samen naar achteren en daar lagen zakken hoog opgestapeld, goed gevuld met mosterdzaden, en kruiken gevuld met mosterdolie. Hij vertelde aan de Sadhu Prahlada dat hij het zaadje geplant had omdat hij bang was dat het anders zou verstoffen, of erger. En daardoor had hij geoogst en zelfs van de bladeren ervan kunnen, eten. Ook had hij elk jaar een deel van de zaden geperst voor de olie en die steeds verkocht en het geld opgespaard tot de Sadhu Prahlada zou terugkeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten