geboorte is lijden. In het boeddhisme wordt geboorte (jati) inderdaad gezien als een bron van lijden (dukkha). Dit komt om verschillende redenen:
1. Onvermijdelijk lijden in het leven:
Het leven is volgens het boeddhisme inherent gekenmerkt door onvermijdelijk lijden (dukkha). Dit omvat fysieke pijn, ouderdom, ziekte, dood, verlies, frustratie en verlangens.
2. Gehechtheid en verlangen:
Geboorte brengt ons in een cyclus van gehechtheid en verlangen. We hechten ons aan materiële zaken, relaties en ervaringen, en we verlangen naar geluk en voortdurende bevrediging.
Deze gehechtheid en verlangens leiden echter tot onvrede en lijden op verschillende manieren:
- Onvermijdelijk verlies: Alles wat ontstaat, vergaat. Wanneer we ons hechten aan zaken die onvermijdelijk zullen veranderen, ervaren we pijn en verdriet wanneer ze verdwijnen.
- Frustratie: Verlangens zijn vaak onrealistisch of onnodig. Streven naar iets dat niet te verkrijgen is, of vasthouden aan iets dat ons niet werkelijk gelukkig maakt, leidt tot frustratie en onvrede.
- Conflict: Onze verlangens kunnen botsen met die van anderen, wat leidt tot conflicten, onrecht en geweld.
3. Hergeboorte (samsara):
Volgens het boeddhisme worden we na de dood hergeboorte (punabbhava) in een nieuwe levenscyclus (samsara). Deze cyclus van hergeboorte wordt gekenmerkt door lijden, totdat we bevrijding (nirvana) bereiken.
De geboorte is dus het begin van een nieuw leven in samsara, waar we opnieuw geconfronteerd worden met onvermijdelijk lijden, gehechtheid en verlangen.
4. Uitzonderingen:
In sommige boeddhistische tradities zijn er uitzonderingen op de stelling dat geboorte lijden is. Boeddha's en bodhisattva's, die verlichting hebben bereikt, worden soms gezien als wezens die geboren kunnen worden zonder lijden te ervaren.
Ook zouden sommige wezens, zoals pure geesten (arahats), bevrijding kunnen bereiken zonder de cyclus van hergeboorte te doorlopen.
Conclusie:
Geboorte wordt in het boeddhisme gezien als een bron van lijden, omdat het ons in een cyclus van onbevredigend, gehechtheid en hergeboorte plaatst. Echter, door de leer van het achtvoudige pad toe te passen in ons dagelijkse bestaan , kunnen we streven naar bevrijding (nirvana) en de cyclus van lijden doorbreken.
Het leven is volgens het boeddhisme inherent gekenmerkt door onvermijdelijk lijden (dukkha). Dit omvat fysieke pijn, ouderdom, ziekte, dood, verlies, frustratie en onbevrediging.
2. Gehechtheid en verlangen:
Geboorte brengt ons in een cyclus van gehechtheid en verlangen. We hechten ons aan materiële zaken, relaties en ervaringen, en we verlangen naar geluk en voortdurende bevrediging.
Deze gehechtheid en verlangens leiden echter tot onvrede en lijden op verschillende manieren:
- Onvermijdelijk verlies: Alles wat ontstaat, vergaat. Wanneer we ons hechten aan zaken die onvermijdelijk zullen veranderen, ervaren we pijn en verdriet wanneer ze verdwijnen.
- Frustratie: Verlangens zijn vaak onrealistisch of onnodig. Streven naar iets dat niet te verkrijgen is, of vasthouden aan iets dat ons niet werkelijk gelukkig maakt, leidt tot frustratie en onvrede.
- Conflict: Onze verlangens kunnen botsen met die van anderen, wat leidt tot conflicten, onrecht en geweld.
3. Hergeboorte (samsara):
Volgens het boeddhisme worden we na de dood hergeboren (punabbhava) in een nieuwe levenscyclus (samsara). Deze cyclus van hergeboorte wordt gekenmerkt door lijden, totdat we bevrijding (nirvana) bereiken.
De geboorte is dus het begin van een nieuw leven in samsara, waar we opnieuw geconfronteerd worden met onvermijdelijk lijden, gehechtheid en verlangen.
4. Uitzonderingen:
In sommige boeddhistische tradities zijn er uitzonderingen op de stelling dat geboorte lijden is. Boeddha's en bodhisattva's, die verlichting hebben bereikt, worden soms gezien als wezens die geboren kunnen worden zonder lijden te ervaren.
Ook zouden sommige wezens, zoals pure geesten (arahats), bevrijding kunnen bereiken zonder de cyclus van hergeboorte te doorlopen.
Conclusie:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten