In de rabbijnse literatuur heeft Rafaël een genezende functie in een wereld die geknecht is door de gevolgen van de gevallen engelen. In andere werken werd Rafaël een van de vier aartsengelen genoemd, waarbij verwijzingen worden gedaan naar het visioen in Ezechiël 1-2. In het Eerste boek van Henoch (2e eeuw v.Chr.) wordt Rafaël beschreven als "een van de heilige engelen die over de geesten van de mensen gaat". Rafaël krijgt van God de opdracht om de demon Azazel gevangen te zetten en: "genees de aarde die de engelen verdorven hebben, en verkondig de genezing van de aarde, opdat zij van pestilentie kunnen helen".